Vorige week kregen we een mailtje van Sofie die even wilde laten weten dat ze het naar haar zin had bij het Monckey Rehab project in Zuid-Afrika. Het was wel even wennen de eerste week. Wennen aan de andere vrijwilligers, wennen aan het feit dat je heel vies wordt, wennen aan de apen, wennen aan dat alles stinkt.. Leuk dus, maar wel wennen. En dan gingen er ook nog een aantal vrijwilligers weg aan het eind van die week. MAAR, de tweede week zag er al heel anders uit! Die was super leuk! Zo leuk, dat ze aan het eind van de tweede week (op weg naar Swaziland voor de Kruger to Cape reis) best wel een beetje heimwee had. No worries Sofie! De Kruger to Cape reis is ook fantastisch! En o ja, dank je wel dat we een stuk van reisblog mochten gebruiken voor onze site!
Deze week ging zo ontzettend snel! Terwijl ik vorige week nog dacht dat ik aan 2 weken meer dan genoeg zou hebben, wil ik nu het liefste nog een paar weken extra blijven. Vorige week moest ik echt heel erg inkomen. Maandag en zondag gingen er ook een aantal vrijwilligers weg waarmee ik het heel goed kon vinden. Stiekem had ik het toen helemaal niet erg gevonden om met ze mee te gaan. Ik dacht: Ja hoe ga ik nog een week ploegen overleven zonder hun? Maar eigenlijk werd het alleen maar beter. Ik begon goede vrienden te worden met andere vrijwilligers en had daardoor veel meer lol in het werk. Het samenwerken werd echt een feestje. Tuurlijk was het nog steeds zwaar, maar met gezellige mensen om je heen wordt het opeens ook leuk en niet alleen maar zwaar.
Ook kreeg ik betere banden met bepaalde aapjes doordat zij mij wat langer kenden en ik hun. Dat is echt het leukste wat er is. Als een aapje speciaal naar jou toe rent om even met je te knuffelen. Toen ik gisteren in de enclosure van de baby baboons ging zitten kwam eerst Luna bij me liggen knuffelen en toen ze in slaap viel kwamen er al snel 3 andere aapjes bij om ook even hun middagdutje te houden. Ik heb 1,5 uur met slapende baboons op me schoot gelegen. 1 in m’n haar en nek, 2 op m’n schoot en een tegen me aan. En ik heb 1,5 uur vol bewondering naar ze liggen staren. Ik kan uren naar ze kijken. Hoe ze eten, slapen, rondrennen, vechten, vlooien, knuffelen en poepen. Na een paar dagen ga je ze echt herkennen en zie je hoe verschillend ze eigenlijk zijn. Zoveel verschillende persoonlijkheden. Ze zijn niet alleen maar lief hoor. Als ze je uitdagen moet je ze terug uitdagen. Als ze dan toch doorgaan en ze je bijvoorbeeld bijten moet je ze ’terechtwijzen’: je pakt ze bij hun nekvel en drukt ze tegen de grond totdat ze niet meer tegenstribbelen. Je kan ook in het begin van hun staart bijten. Dit klinkt heel zielig maar dat zou hun moeder ook gedaan hebben om ze zo manieren bij te leren. Ook kan het gebeuren dat ze opeens met z’n allen op je afstormen en je ‘aanvallen’. Ook dan moet je er een terechtwijzen zodat ze weten wie de ‘baas’ is. Dit gebeurt bijvoorbeeld als ze iemand nog niet kennen en vertrouwen. Er kwam bijvoorbeeld een nieuwe vrijwilliger en hij was erg groot. Bij zijn eerste baboonwalk liep hij in z’n eentje achteraan waardoor de baboons dachten dat hij er niet bij hoorde. Met z’n allen vielen ze hem aan en sindsdien mogen ze hem allemaal niet zo. Een ander meisje was op haar eerste dag best hard gebeten en is nu dus best bang voor de baboons. Terwijl echt niet alle baboons bijten. Het zijn eigenlijk altijd alleen maar de wat oudere en dominantere. De kleinste zijn alleen maar lief. Ze schrikt al als ze een beetje aan haar arm sniffelen of op haar hoofd springen. Terwijl ze dan alleen maar willen spelen. Maar zoiets is bij mij nooit gebeurd dus ik heb makkelijk praten. Ik vind ze alleen maar geweldig.
De vervets zijn ook leuk! Maar het zijn echt meer dieren dieren zeg maar. Baboons lijken veel meer op mensen. Qua trekjes en verschillende persoonlijkheden. Hoewel vervets ook verschillende persoonlijkheden kunnen hebben. Angel, een kleine vervet, kan je super makkelijk herkennen. Ze klemt haar handjes en voetjes namelijk altijd aan je tshirt en plakt zichzelf aan je vast en laat daarna niet meer los. Nooit. Als je haar dan van je af trekt begint ze keihard te krijsen totdat ze weer aan je vastgeplakt zit. Bijna alle andere vervets willen helemaal niet knuffelen en springen alleen maar rond. Terwijl ik bij de baboons uren in hun enclosure kan zitten, kan ik bij de vervets nog niet eens 10 min binnen zitten. Daarna word ik helemaal gek. Ik denk oprecht dat je psychische problemen kan oplopen als je daar lang genoeg in blijft. Je wordt helemaal gestoord van al die aapjes die op je springen, aan je (haar) trekken, aan je gezicht peuteren en op je schoot plassen. Het is leuker als je er met veel mensen in gaat want dan verdelen ze zich over iedereen en rennen ze niet allemaal op jou af.
Deze week had ik een heel leuk team. We moesten de eerste helft van de week monty (de naam van de enclosure van de baboons) schoonmaken en de andere helft clinic. Monty is echt heftig. Het hek, de muren, de vloer en balken zitten helemaal onder de poep. Je bent gewoon 2 uur bezig met poep wegschrapen. Maar het is eigenlijk best leuk. Als je eenmaal de geur gewend bent is het prima te doen. En omdat ik een leuk team had was het ook leuker. Clinic is minder vies. Er zaten op dat moment 8 zieke aapjes in de clinic dus je moet dan 8 kooien schoonmaken en ontsmetten. Het meeste werk zit hem in het verplaatsen van de aapjes.
Het aapje dat het meest ziek was moet elke dag om de 2 uur even gecheckt worden en bepaalde medicijnen krijgen. Ik kreeg die taak op donderdag. Om de 2 uur moest ik het aapje uit z’n kooitje halen en medicijnen geven. Dit is nog een heel gedoe want dat wil het aapje natuurlijk niet dus dan moet je hem heel stevig vasthouden zodat het niet kan bewegen. Dit voelt heel zielig aan maarja je kan moeilijk aan het aapje uitleggen dat we hem alleen maar proberen te helpen.
Ook vond ik het steeds minder erg dat je zo vies word van het werk. Het went snel en is dan ook helemaal niet zo erg meer. Iedereen meurt en is vies dus wat maakt het uit?
Zelfs de pap werd ietsje beter te doen deze keer. Met een champignonnensaus was het best goed te doen! En ik hou normaal helemaal niet van champignons, moet je nagaan.
S’avonds maakten we vaak een kampvuur en keken naar de sterren. Dit was heel gezellig maarja het kon niet te gezellig worden want de volgende dag moeten we gewoon weer om 6 uur op. Op vrijdagavond gingen we weer uiteten en dat liep dit keer een beetje uit de hand. Voor het eten deden we al tequilashotjes en terwijl sommige (waaronder ik) keurig maar 1 shotje namen, gingen met name sommige jongens wat verder. 7 shotjes gingen erin en toen ook nog wat alcoholische versnaperingen tijdens het eten. Nou sommige konden niet meer zelf naar hun kamer komen zeg maar. Ik wel hoor, maak je maar geen zorgen mama.
Tijdens m’n laatste werkochtend moest ik op Rosie, de babybaboon, passen en wonder boven wonder ging het heel goed. Ze heeft heel keurig de hele tijd slapend aan m’n shirt gehangen terwijl ik bananen stond te wassen. Normaal gesproken is Rosie heel kieskeurig en eenkennig. Ze mag maar een paar vrijwilligers en de rest moet ze niet. Vandaar ook dat sommige jongens haar ‘fock off’ noemen in plaats van Rosie. Maar ze bleef heel lief bij me dus dat was een hele vooruitgang. Maarja net nu ik weg moet.
Ik had het veel zwaarder met het weggaan dan ik had gedacht. Ik baalde er echt heel erg van. Net nu ik er helemaal in zat en de mensen veel beter kende, moest ik weg om vervolgens weer helemaal opnieuw te moeten beginnen. Weer nieuwe mensen ontmoeten en wennen aan een nieuw project. En de aapjes ga ik nog wel het meeste missen. Je bouwt echt een band op met sommige aapjes en dan moet je weg… Ik wil sowieso ooit in m’n leven nog terugkomen! Dit was echt veruit het bijzonderste wat ik tot nu toe in m’n leven heb gedaan.
Maar goed ik ga nu ook iets heel gaafs doen! Ik kan alleen altijd heel moeilijk afscheid van plekken nemen. Ik heb (bijna) nooit heimwee naar huis, maar ik heb wel altijd heimwee naar plekken waar ik bijvoorbeeld net op vakantie geweest ben. Ik krijg gewoon altijd heimwee. En ook nu heb ik alweer heimwee naar Riverside.
Ik zit dit nu te schrijven op het vliegveld in Phalaborwa. Het vliegveld ziet er hier overigens echt heel apart uit. Het is bijna helemaal verlaten. Ik denk dat ik 5 mensen heb zien rondlopen. Er is 1 gate, er staan overal fonteintjes, beelden van dieren en picknicktafels. Ik ben maar aan een picknicktafel gaan zitten en nu is er dus heel random een kat op m’n schoot gaan liggen. Geen idee waar die opeens vandaan komt maar harstikke gezellig! Misschien komt ie me even troosten. Tegen de apen maakten we altijd prrrrrr geluidjes en andere apentaal. Dus ik zit nu ook tegen die kat de hele tijd prrrrrrr in z’n oor te fluisteren. Volgens mij werkte dat bij de aapjes beter want de kat is alweer bij iemand anders op schoot gaan liggen. Pff apen zijn veel leuker dan katten. Goed, genoeg over apen: op naar een nieuw avontuur!